Ik worstel met het thema acceptatie. Waarom kan ik niet
gewoon accepteren dat mijn situatie nou eenmaal is zoals hij is en blij zijn
met alles dat ik wél heb? Ik mag mezelf gelukkig prijzen dat ik in een
welwarend land woon, dat ik altijd een dak boven mijn hoofd zal hebben, dat ik
nooit (onvrijwillig) honger zal lijden en dat ik de mogelijkheid heb om
jaarlijks op vakantie te gaan. Ik erger me aan dat zeurende stemmetje in mijn
hoofd dat zegt niet gelukkig te zijn en dat wil dat ik mijn huidige situatie
probeer te veranderen. Ik vraag me weleens af of mijn ervaren gebrek aan geluk
niet gewoon ligt aan mijn houding en weigering tot acceptatie.
Ik denk dat mensen kunnen leren om veel dingen te
accepteren en verdragen maar er zijn grenzen. Er is ook nog de natuur, de
manier waarop we gemaakt zijn. Ondraaglijke pijn zal ons lichaam nooit
accepteren. Er treedt misschien een vorm van gewenning op, maar van binnen blijft er een
gevoel van onvrede aanwezig. Wij mensen zijn als het ware op een bepaalde
manier geprogrammeerd. We hebben behoeftes en verlangens en dat is niet zonder
reden. Blijkbaar is het belangrijk dat we voort blijven bestaan want veel
behoeftes hebben naar mijn mening in eerste plaats te maken met ons
overlevingsinstinct en in tweede plaats met de voortplanting. Als wij niet op
deze manier geprogrammeerd waren was het menselijk ras allang uitgestorven en
had ik dit niet meer kunnen schrijven.
Onze lichamen vragen de hele dag door om verzorging.
Als we gezond zijn leven we het langst en zijn we het gelukkigst. In de
piramide van Maslow staan de lichamelijke behoeftes dan ook helemaal onderaan,
voorop dus. Als deze behoeftes zijn vervuld gaan andere behoeftes om onze
aandacht vragen. Mensen zijn sociale wezens, en hoewel we tegenwoordig geen
direct sociaal contact meer nodig hebben om te overleven, kan eenzaamheid ons
nog altijd behoorlijk ongelukkig maken. Wij zijn zo gemaakt dat we sociaal
contact nodig hebben om (op een enkeling misschien na) gelukkig te kunnen zijn.
In die zin gaat autisme recht tegen mijn menselijke aard
in. Ik kan beamen dat ik een sociaal wezen ben. Ik kan geen dag zonder contact,
hoewel dit soms helaas onvermijdelijk is. Mijn autisme heeft grote invloed op
mijn relaties. Het is raar om me allergisch te voelen voor één van de dingen die zo belangrijk is voor mijn welzijn. Ik wil contacten, ik wil sociaal zijn, en
tegelijkertijd put het me uit en gaat het gepaard met zo veel moeilijkheden dat
het me regelmatig meer narigheid dan goeds oplevert. Autisme raakt me daarom in mijn
kern, en creëert tegenstrijdige eigenschappen. Ik ben sociaal – ik ben niet
sociaal. Ik wil contact – ik wil alleen zijn.
Dat was even een uitwijking want ik wilde niet zozeer
over autisme schrijven. Ik wilde schrijven over het gevecht tussen acceptatie
aan de ene kant en het niet kunnen negeren van de menselijke aard aan de
andere kant. Ik woon alleen en heb momenteel niet veel dagbesteding. Door mijn problemen
op sociaal gebied lukt het me nog altijd niet om zelf genoeg contact te initiëren
om mijn sociale behoeftes te vervullen. Dus ja, ik ben eenzaam. Ik ben de
jongvolwassenheid zo ongeveer wel gepasseerd en heb het gevoel alsof ik gefaald
heb in mijn ontwikkelingstaken. Ik heb geen partner, geen vriendenkring
opgebouwd, ik heb weinig contacten via werk/studie/hobby en ben voor een deel
nog steeds afhankelijk van mijn ouders. Verder ben ik bang voor de toekomst,
mijn gebrek aan structuur, het alleen draaiende moeten houden van mijn
eenpersoonshuishouden, mijn plichten… En het gekke is, deze
dingen spelen al sinds ik bijna anderhalf jaar geleden op mezelf ben gaan wonen! Ondertussen
zou er toch een soort gewenning op hebben moeten treden? Enfin, ik geloof dat ik weer uitgeweken ben.
Nu zit ik dus (nog altijd) met het dilemma van wat te doen
aan deze ‘situatie’. Moet ik beter mijn best doen om het gewoon te accepteren
zoals het is en blij zijn met alle dingen die ik wel heb? Of is het
onmogelijk gebleken om in te gaan tegen de natuur, mijn menselijke aard, die
nooit zal stoppen met vragen om vervulling van bepaalde behoeftes? Dan vraag ik
me ook nog af welke rol mijn autisme hierin speelt. Ik ben ietsje anders
geprogrammeerd dan de gemiddelde mens en de maatschappij is in zekere zin niet
op mij afgestemd (maar ik vind de huidige maatschappij eigenlijk op niemand
goed afgestemd, en op een bepaalde manier überhaupt onnatuurlijk). Ik zal altijd harder moeten werken voor mijn geluk dan iemand wiens hersenen beter aansluiten op de wereld dan de mijne. Zoals ik weleens tegen mezelf verzucht: 'ik voel me als Apple software in een Windows computer.
Ik vind alleen wonen niet natuurlijk voor mij (en
misschien wel voor de mensheid in het algemeen niet). Ik ben hier niet voor
gemaakt. Maar in deze maatschappij zal ik wel moeten, zolang ik geen relatie
heb tenminste. Waarom blijven zeuren? Ik kan er (voorlopig) toch niks aan
veranderen en het kan toch allemaal veel erger?
De stem van mijn menselijke aard houdt haar mond niet.
Zij zal blijven vragen om verandering, om verbetering, omdat ze zo gemaakt is. Misschien zal ik nooit kunnen wennen aan het gebrek aan mensen om me heen.
Ik ben goed getraind in het verloochenen van mezelf om mee te
kunnen doen met de rest. Ik kan mezelf tot op zekere hoogte op commando
‘uitzetten’ om anderen te pleasen. Maar nooit zal ik volledig tegen de natuur in
kunnen gaan, mijn aard kunnen negeren, en zonder gevecht bepaalde
omstandigheden zomaar accepteren. Wacht, hoor ik daar de acceptatie van mijn menselijke natuur?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten