dinsdag 16 september 2014

Kameleon

Dit stukje is ontstaan naar aanleiding van een vraag die ik kreeg op Twitter. Ik tweette: ‘Ik kon op een gegeven moment mijn masker niet meer afzetten, want ik wist zelf ook niet meer wat eronder zat’. Een zin die ik terugvond in een stukje eigen tekst over aanpassingsgedrag dat ik aan het editen was. Een aantal mensen tweette terug dat deze quote heel herkenbaar voor ze was. Iemand vroeg me of ik misschien kon uitleggen hoe ik op een gegeven moment mezelf terug heb leren kennen en hoe ik de moed weer vond om voor mezelf te gaan staan.

Een interessante vraag waar ik wel over na wilde denken, maar waarvan ik ook wist dat hij moeilijk te beantwoorden zou zijn. Na een paar dagen peinzen begon ik maar gewoon te schrijven wat er in me op kwam. Al schrijvende kwam ik erachter dat dit proces van mezelf terugvinden meer verbonden was met de therapie die ik in die periode volgde dan gedacht. Ik zou willen dat ik het proces geheel op eigen houtje had kunnen opzetten en doorlopen, maar ik denk dat mijn vorderingen veel te maken hebben gehad met het feit dat ik toen in een omgeving zat waar ik de kans had om nieuw gedrag te oefenen. Als ik dit leerproces namelijk helemaal alleen had kunnen bedenken en uitvoeren was het makkelijker geweest om aan anderen uit te leggen hoe zij deze stappen ook kunnen maken. Desondanks hoop ik dat het onderstaande stukje een beeld geeft van de gevolgen van overmatig aanpassingsgedrag en vooral van het weer terugvinden van de eigen identiteit, die op een gegeven moment onvindbaar lijkt. Onderaan staan hierover nog een paar praktische tips.

Kameleon

Ergens in de puberteit heb ik ervoor gekozen om mezelf koste wat het kost aan te passen aan de rest. Dat ik Asperger heb wist ik toen nog niet maar ik voelde wel dat ik er niet bij hoorde, dat ik anders was en dat mijn pogingen tot sociaal doen telkens faalden. Ik ging mijn leeftijdsgenoten intensief observeren zodat ik dingen als hun gedrag, uiterlijk en verhalen kon kopiëren. Ik deed mijn best om geïnteresseerd te zijn in dezelfde onderwerpen als zij, en om erover mee te praten. Ik moest het met iedereen eens zijn vond ik, zodat ik niet opviel en zodat mensen me hopelijk zouden gaan accepteren. En ik bleek er goed in te zijn. Ik onthield precies waar en van wie ik iets gekopieerd had zodat ik niet door de mand viel als na-aper, en ik leerde mezelf zo te camoufleren dat het leek alsof ik overal wel een beetje bij paste. Ik werd een kameleon met vele kleuren. In mijn pogingen om anderen zoveel mogelijk te pleasen leerde ik om me bij iedereen op een andere manier te gedragen; de manier waarmee ik dacht dat ik de meeste kans had dat de persoon in kwestie mij aardig zou vinden. Het nadeel was dat ik me er steeds meer in verloor en op een gegeven moment zelf ook niet meer wist wie er onder de kleuren van de kameleon zat.

Toen kwam daar de jongvolwassenheid; een periode waarin tieners hun eigen weg kiezen en zich minder gaan aantrekken van het groepsgebeuren. Iedereen om me heen leek op te bloeien, maar ik voelde me leeg. Het was alsof ik geen bodem of kern had en er niks in mezelf zat waar ik me aan vast kon houden. Er was alleen nog een buitenkant die ik zelf ook niet meer zo onder controle leek te hebben. Om je aan te kunnen passen moet je jezelf namelijk ten eerste openstellen voor de buitenwereld. Ik had al mijn sensoren lange tijd op scherp gezet om niets te hoeven missen en dat betekende dat alles wat er in de omgeving gebeurde volop bij mij binnenkwam. Ik kon mezelf niet meer afsluiten en was daardoor een soort speelbal geworden van mijn omgeving. Onvoorspelbaar.

Ik had lef nodig om mezelf weer te vinden en te zijn. Ik was bang voor afwijzing en zolang je jezelf niet bent kan niemand je ook echt raken. Ze raken alleen de kameleon, en die verandert dan gewoon weer van kleur. Daarnaast wist ik gewoon écht niet meer wie ik was en ik kon moeilijk gaan staan voor iets dat ik niet kende. Ik moest mijn eigen identiteit gaan zoeken. Hoe dat proces is verlopen kan ik helaas niet stap voor stap uitleggen, maar ik kan er wel wat dingen over zeggen. 

Moed


Toen ik 20 was, en behoorlijk vastgelopen in het leven, ging ik in behandeling in een kliniek voor psychotherapie. Dat hield in: 5 dagen per week (groeps)therapie, verplichte aanwezigheid tijdens de maaltijden, corveetaken uitvoeren, slapen in een vreemde omgeving, socialisen… Kortom: zwaar voor iedereen, maar vooral voor iemand met autisme die de tijd nodig heeft om in afzondering op te laden. Het was hier dat ik eigenlijk min of meer gedwongen werd om voor mezelf te gaan staan. In deze setting was ik constant onder de mensen en schoten mijn kameleonvaardigheden al snel te kort. Als mensen je de hele dag zien gaan ze vanzelf merken dat je telkens van kleur verandert. In mijn eerste groepsverslag stonden dan ook de regels: “Het valt ons op dat je altijd kijkt naar wat anderen aan het doen zijn en je gedrag daar op aanpast. Het lijkt alsof je zelf vaak niet weet wat je moet doen. Je bent stil en vertelt bijna niets over jezelf. We weten heel weinig over wie je eigenlijk bent”. Ik werd flink geconfronteerd met mezelf want ik realiseerde me dat mijn vertrouwde gedragingen hier niet zouden gaan werken. Daar bovenop werd er door het behandelteam gemeld dat de behandeling stop gezet zou worden als ik niet meer over mezelf zou gaan vertellen in de therapie. Er moest gauw wat veranderen, maar hoe?

Er gebeurde iets tijdens de Psychomotore Therapie dat me altijd is bijgebleven. We deden een oefening in grenzen aangeven waarbij een persoon in het midden van de zaal moest staan en zelf mocht bepalen hoe dichtbij de rest mocht komen. Op een gegeven moment stond ik daar midden in de zaal met alle ogen op mij gericht en ik was bang. De groep stond tegenover me en begon in mijn richting te lopen. Ik liet ze komen, probeerde mijn grens te voelen en toen ze dichtbij genoeg waren zei ik ‘stop’. En ik zei het zelfverzekerd, zonder twijfel in mijn stem en zonder angst in mijn houding. De groep gaf aan mij nog niet eerder zo te hebben meegemaakt. En ik herkende mezelf ineens op dat moment; de Linder die ik vroeger was voordat ik mezelf ging aanpassen. Zij was stoer, bazig zelfs, en toonde geen angst. Dit was een van de eerste stappen die ik maakte op weg naar het terugvinden van mezelf.

Hierna ging ik in de therapie werken aan het vinden van mijn plek in de groep. Ik oefende met het geven van mijn mening (hoewel ik vaak ook nog niet wist of die nou echt van mezelf was, of overgenomen van een ander) en leerde dat het niet erg was om ergens iets anders van te vinden. Ik ging het aangeven als ik het ergens niet mee eens was en probeerde bij mijn standpunt te blijven. Ik kreeg plezier in het vormen van mijn eigen gedachtes over allerlei situaties en morele kwesties. Het terugvinden van mijn eigen normen en waarden is heel belangrijk geweest in het proces. Toen er in die tijd landelijke verkiezingen waren had ik in eerste instantie geen idee op wie ik moest stemmen. Ik ging me verdiepen in de politiek en las de standpunten van alle partijen. Het duurde lang voordat ik eruit was en mijn beslissing werd pas genomen toen ik vlak voor het stemmen een interview met een politica op de radio hoorde. Ik was het helemaal met haar eens! Ik had mijn partij gevonden. En ik besefte me ook dat mijn politieke standpunten eigenlijk niets nieuws waren. Deze normen, waarden en idealen had ik als kind ook al, sterk zelfs. En zo ging het toen met veel dingen; ik vormde me een mening over onderwerpen in het nieuws en wist weer dat ik altijd al zo over bepaalde zaken heb gedacht. Degene die ik ben is nooit verdwenen, ik was haar alleen kwijt.

Zelfvertrouwen


Maar ondanks mijn vorderingen op het gebied van mijn identiteit bleef nog altijd dat gevoel van leegte en het missen van een bodem. Ik zocht bij anderen de houvast die ik miste in mezelf. Hoewel ik steeds beter wist wie ik was en hoe ik in elkaar zat, had ik nog steeds het gevoel instabiel en beïnvloedbaar voor mijn omgeving te zijn, en de dingen die ik leerde niet vast te kunnen houden. Door het zoeken van steun bij anderen investeerde ik veel energie in deze relaties in plaats van in mezelf. Er kwam een moment dat de therapie zo zwaar werd dat ik het gevoel had dat ik echt alleen mezelf nog maar kon vertrouwen en ik wist nu zeker dat niemand mij zou gaan ‘redden’. Andere mensen komen en gaan in het leven, maar ik ben er altijd. Ik neem mezelf overal mee naartoe.

Ik ben toen begonnen met het schrijven van teksten ‘van mezelf, naar mezelf’. Ik schreef op wie ik was, wat ik wilde en wat ik allemaal geleerd had in mijn leven. De teksten waren eerlijk, direct, en het belangrijkste, geschreven met een zelfcompassie die ik nog nooit eerder had kunnen tonen naar mezelf. Iedere keer als ik me wanhopig en leeg voelde las ik uit deze stukjes tekst die ik bij elkaar simpelweg ‘mijn boekje’ had genoemd. En ik weet niet hoe het gewerkt heeft, maar deze investering in mezelf zorgde er voor dat er iets groeide in mij waar ik verder op kon bouwen. Deze bodem had ik nodig om verder te komen met het werken aan mezelf. Alles wat je in een bodemloze put gooit verdwijnt in de leegte, maar ik had het gevoel nu weer dingen vast te kunnen houden.

Het zoeken naar mijn identiteit was eng en moeilijk, maar het heeft me veel opgeleverd. Tegenwoordig weet ik juist heel goed wie ik ben, wat ik wil en waar ik voor sta. Ik ben geen totaal ander persoon geworden dan ik vroeger was, maar ik heb nu wel een contact met mezelf dat ik eerst niet had. Het is niet zo dat ik nooit meer de neiging heb tot overmatig aanpassen, en ik betrap mezelf er ook nog regelmatig op dat ik anderen aan het pleasen ben ten koste van mezelf. Tijdens sociale gelegenheden ben ik nog zo gericht op andere mensen dat ik vaak even het contact met mezelf verlies. Maar zodra ik weer alleen thuis ben krijg ik dat altijd snel weer terug. Ik zie het als een valkuil voor mezelf en ik blijf ervoor op mijn hoede. Zwakke kanten horen echter, evenals de sterke, ook bij iemands identiteit. 

Een paar praktische adviezen bij identiteitsproblemen:


- Probeer jezelf een mening te vormen over algemene onderwerpen die voor je omgeving niet zo belangrijk zijn. Hierdoor weet je beter dat de mening echt van jou is en niet aangepast aan de normen en waarden van de mensen met wie je omgaat.

- Oefen de hele dag door met het vormen van je meningen. Dit kan al zo simpel zijn als: wat vind ik ervan dat de trein vertraging heeft? Of: wat vind ik van deze labrador? Al je meningen zijn onderdeel van je identiteit.
- Als voor jezelf gaan staan een stap te ver is kun je nagaan voor wat of wie je nog meer zou kunnen staan. Welke dingen in de wereld maken je boos en zou je willen veranderen? Voor welke mensen zou je willen opkomen? Je staat indirect voor jezelf door op te komen voor de dingen die je belangrijk vindt. 
- Realiseer je dat wat je ook vindt, er altijd wel iemand is die het daar niet mee eens is. Maar er is ook altijd iemand, waar dan ook ter wereld, die er hetzelfde over denkt als jij. Je kunt steun en herkenning zoeken bij gelijkgestemden, zoals op een forum van de politieke partij waar je op stemt.
- Als je alleen bent kun je waarschijnlijk het beste luisteren naar je gevoel, je gedachten en je lichaam. Gebruik die tijd ook om met jezelf in contact te blijven (of te komen).



Twee stukjes uit mijn boekje:

Ik ben niet minder waard dan anderen. Niemand is meer waard dan ik. Een ander kan mij niet geven wat ik mezelf niet kan geven. Een ander kan altijd wegvallen, maar ik niet. Daarom kan ik beter meer op mezelf gaan vertrouwen.

Ik schiet er niets mee op door mezelf te haten of te beschadigen. Als anderen zien dat ik tevreden ben met mezelf en zelfverzekerd ben, zullen zij me eerder aardig behandelen. Van onaardig doen tegen mezelf word ik niet gelukkiger, wat mijn gevoel me ook probeert wijs te maken. Ik ben het wél waard om gelukkig te zijn.

woensdag 3 september 2014

Het wel of niet van medicatie

De één vindt het troep en de ander zweert erbij. In discussies over medicatiegebruik kunnen de emoties hoog oplopen omdat de meningen zo ver uiteen lopen. Sommige medicijnen komen regelmatig in het nieuws, vaak negatief. Het gaat dan over gevaarlijke bijwerkingen en vermeende wantoestanden in de farmaceutische industrie. Ook zouden kinderen tegenwoordig volgestopt worden met pillen omdat 'de ouders geen zin meer hebben om ze op te voeden' of iets dergelijks. Niet alle media zijn even neutraal en objectief in hun berichtgeving en dan zijn er ook nog genoeg mensen die niet kritisch genoeg kijken naar de bron van hun informatie. Zij geloven min of meer dat wat zij lezen de waarheid is. Al met al lijkt het erop dat de discussie de laatste tijd verhard en dat men nogal eens aan de haal gaat met nieuw vrijgekomen informatie.

Ik ben geen tegenstander van kritische berichtgeving over medicatie. Ik vind dat we er goed aan doen om alert te zijn op de ontwikkelingen in de farmaceutische industrie en goed moeten weten wat we zelf (of onze eventuele kinderen) binnen krijgen. Het lijkt mij verstandig om na te denken voordat je aan een nieuw medicijn begint en er eerst veel informatie over op te zoeken. Hetgeen mij wel stoort is dat er mensen zijn die per definitie álle medicijnen af doen als troep. Er zijn zoveel soorten pillen, die kun je nooit op een hoop gooien. Laatst las ik ergens de opmerking: "Alle medicijnen zijn vergif en hebben alleen maar bijwerkingen. Als mensen denken dat het helpt dan is dat alleen het placebo-effect". Deze stelling is makkelijk onderuit te halen. De persoon erkent zelf namelijk de werking van medicijnen al door de bijwerkingen te erkennen (een bijwerking is een negatieve werking). Hoe zou het mogelijk zijn dat elke positieve werking het resultaat is van het placebo-effect en elke negatieve werking het resultaat van het medicijn zelf? Het lijkt me niet dat zo'n pilletje zelf kan bepalen wat wij als positief of negatief zullen ervaren en gemaakt is om daarop in te spelen. Ik haalde deze uitspraak aan omdat ik wilde laten zien hoe makkelijk sommige mensen een oordeel hebben over medicatie en omdat ik ergens een punt over wil maken. Bijwerkingen heten bijwerkingen omdat ze niet horen bij de beoogde effecten van het medicijn. Bijwerkingen betekenen niet dat het medicijn niet werkt. Positief of negatief, medicatie heeft vaak een effect op ons. Welk effect een medicijn op ons zal hebben verschilt per persoon, per lichaam. Maar dat is niet alleen het geval met medicijnen. Bij alles wat we binnenkrijgen, via voeding, drank, of de lucht, kan er een effect optreden. Het eten van noten heeft op de meesten van ons geen noemenswaardig effect maar voor sommigen kan het dodelijk zijn. Nu zijn noten een natuurlijk product en zijn medicijnen veelal door mensen geproduceerd en/of bewerkt. Er lijkt momenteel een tendens te zijn om alles wat niet natuurlijk is als slecht af te doen en de negatieve berichtgeving over medicatie hangt hier enigszins mee samen. Mijn punt: iedereen is anders en iedereen reageert anders op de stoffen die we binnenkrijgen, natuurlijk of onnatuurlijk. Dat iets niet natuurlijk is maakt het niet per definitie slecht en dat iets natuurlijk is maakt het niet per definitie goed voor ons. 

Het is prima om kritisch te zijn, ik juich het zelfs toe, maar scheer niet alles over één kam. Medicijnen kunnen schadelijk zijn voor ons, maar er zijn genoeg natuurlijke producten die dat ook zijn. Veel mensen hebben baat bij medicatie, evenals dat ze baat hebben bij gezonder eten en voldoende beweging. Het één hoeft het ander niet uit te sluiten. Het is helaas zo dat medicijnen ook negatieve effecten op ons kunnen hebben. Sterker nog, ik heb nog nooit een medicijn gehad dat bij mij werkte en dat geen bijwerkingen gaf! Veel mensen zijn echter bereid om de bijwerkingen voor lief te nemen als de medicatie hun kwaliteit van leven drastisch heeft verbeterd. Wat sommigen ook zeggen, er zijn genoeg mensen die aan den lijve hebben ondervonden dat medicatie helpt. Ik heb meerdere ervaringsverhalen gelezen van mensen die zeggen dat ze er nu misschien niet meer zouden zijn geweest als ze geen medicijnen waren gaan gebruiken. Nog even een persoonlijke toevoeging. Een jaar of 6 geleden zat ik in een hele slechte periode en het was een SSRI (en een hele beruchte nog wel) die me destijds weer een levenskwaliteit heeft gegeven waarmee ik verder wilde. Met dank aan de positieve verandering in mijn stemming heb ik toen de draad van mijn leven weer kunnen oppakken. Hoe het werkelijk was gegaan als ik geen medicatie was gaan slikken zullen we uiteraard nooit helemaal zeker weten.

Gelukkig zijn we allemaal vrij om ons leven in te richten naar de normen en waarden die we hebben. Wie niet aan de pillen wil hoeft dat ook helemaal niet. Je bent vrij om zelf keuzes hierin te maken en je hoeft je daar niet voor te verdedigen. Dit blogstukje is geen pleidooi voor het nemen van medicatie. Ik vind enige nuance echter wel op zijn plaats, want die mis ik soms wanneer het op dit onderwerp aankomt. Vergeet ook niet dat geneeskunde een complex vakgebied is en de studie van dit vak niet voor niets minstens 9 jaar in beslag neemt. De gemiddelde mens weet grofweg erg weinig van alle processen in het menselijk lichaam en de invloeden van medicatie daarop. Dat is zo ingewikkeld dat het lezen van een paar krantenartikelen helaas niet voldoende zal zijn om een expert op dat gebied te worden. ;-)