maandag 4 juli 2016

Waarom zou je dood willen?

Dit stukje over zelfmoordgedachten kan mogelijk als confronterend en triggerend worden ervaren. Lees het alleen als je je veilig voelt. Als je momenteel veel aan zelfmoord denkt is het goed om hier over te praten met iemand. Je kan bijvoorbeeld naar 113 online gaan om te praten of chatten met een medewerker. Sterkte!





Ik wil al heel lang een keer een stukje schrijven over het onderwerp zelfdoding. Regelmatig verschijnt er een bericht in het nieuws over het overlijden van een beroemdheid door suïcide. Recent kwam nog in het nieuws dat het aantal zelfdodingen in Nederland nog nooit zo hoog is geweest als nu. Ook wie met de trein reist zal frequent met dit onderwerp geconfronteerd worden. De meeste mensen die er voor kiezen zichzelf van het leven te beroven lijden onder ernstige psychische problemen. Er komt gelukkig steeds meer bekendheid over zelfmoord en over wat er allemaal aan vooraf kan gaan. Toch denk ik dat het bijna onmogelijk is om te begrijpen waarom iemand zou kiezen voor de dood als je zelf nooit in een uitzichtloze situatie hebt gezeten. Niet iedereen hoeft het ook te begrijpen maar begrip voor mensen die kiezen voor zelfmoord en voor hun nabestaanden vind ik wel op zijn plaats. Kun je je voorstellen hoe veel je moet hebben geleden, of hoe erg je in de war moet zijn, voordat je tegen je allerbelangrijkste levensinstinct, je overlevingsdrang, in kunt gaan?

Ik heb gedachten over suïcide altijd als iets erg persoonlijks beschouwd en er daarom met weinig mensen over gepraat. Ondanks dat het erg ongemakkelijk voelt ga ik in dit stukje vertellen hoe ik in het verleden met suïcidale gedachten en ideeën heb geworsteld. Hopelijk geeft het inzicht in hoe het proces voorafgaand aan een mogelijke suïcidepoging (als gevolg van depressiviteit) kan verlopen.

"Waarom leef ik?"

Tweemaal in mijn leven ben ik depressief geweest. Allebei de keren ontstond de somberheid waarschijnlijk door dingen die ik meemaakte, maar het verschil met een gewone dip was dat mijn stemming na verloop van tijd niet terugkeerde naar een normaal niveau. Ik was niet gewend om langdurig somber te zijn omdat mijn stemming van nature nogal heen en weer schiet. Rondom mijn 21e verjaardag kwam er bovenop mijn somberheid een verlies aan interesse in de dingen die ik normaal wel leuk vond. Ik had geen zin om ze te doen en als ik ze toch deed dan haalde ik er niet veel uit. Ik had op dat moment een erg laag zelfbeeld door gebeurtenissen in de periode daarvoor en was uitermate kritisch naar mezelf. Die kritische blik begon zich ook uit te breiden naar mijn omgeving en naar de rest van de wereld. Zo kwam het dat ik me de hele dag door aan het afvragen was waarom alles ging zoals het ging. Wat was het punt? Waarom gedroeg ik me zo? Waarom gedroegen andere mensen zich zo? Ik had op dat moment geen goed toekomstperspectief en weinig hulp. Als je de hele dag thuis zit vanuit gebrek aan dagbesteding en door allerlei angsten krijg je alle tijd om eens goed over het leven na te denken. De vraag die natuurlijk de hele tijd terug kwam was: waarom leef ik? En daar had ik geen antwoord op. Want alles leek zinloos en ik voelde me de hele tijd rot. Nergens beleefde ik plezier aan en ik vond mezelf nooit goed genoeg. Als ik niet wist waarom ik leefde kon ik net zo goed dood gaan. Ik zag toch geen toekomst en ik leed steeds meer onder mijn somberheid. 

Vanaf dat moment begon ik te fantaseren over de dood en zelfmoord. Ik nam de tijd want ik had alle tijd. Ik dacht na over de reacties van anderen op mijn dood, over mijn begrafenis, mijn testament, waar ik het zou doen, hoe ik het zou doen, etc. De gedachten namen toe in frequentie en werden steeds obsessiever. Ze voelden voor mij als een uitweg en in het begin had ik er geen last van, maar na verloop van tijd begonnen ze steeds zwaarder op me te drukken. Ik liep hier alleen mee rond want ik had aan mezelf beloofd er met niemand over te praten. Als ik erover zou praten zou ik het voor de aandacht doen vond ik, en ik wilde gewoon dood. Mijn gedrag mocht nooit gericht zijn op het verkrijgen van aandacht want dat was iets slechts. Ik voelde me al tot last bij iedereen en dat mocht ik niet meer zijn. Ik vroeg me vaak af of ik niet nog meer tot last zou zijn door dood te gaan, omdat ik mijn familie dan met veel verdriet zou opzadelen. Als ik dacht aan hun verdrietige gezichten werd ik zelf ook verdrietig. Veel mensen zeggen dat zelfmoord egoïstisch is en ik mocht juist níet teveel aan mezelf denken. Dat bracht me in een dilemma. Ik was er wel van overtuigd dat mijn dood goed zou zijn voor de mensen buiten mijn familie en voor de maatschappij. Ik als 'thuiszitter' kostte alleen maar geld en was op dat moment niet in staat om bij te dragen door te werken of te studeren. Op een avond was ik me aan het bedenken wat ik de volgende nutteloze dag zou gaan doen en besloot ik om dan maar de dingen in huis te gaan halen die ik nodig had om mezelf van kant te maken. Op dat moment realiseerde ik me pas de realiteit van waar ik mee bezig was. Er was iets niet in orde met mijn gedachten en gevoelens en ik moest het aan iemand vertellen.
Het vertellen leverde me een afspraak met een psychiater op die een antidepressivum voorschreef. Ik kreeg Seroxat en begon meteen op een dosis van 20 milligram. Door deze hoeveelheid werd ik behoorlijk ziek en lag ik de eerste week het grootste deel van de tijd op bed. Uiteraard voelde ik me hierdoor nog ellendiger maar toen de bijwerkingen wegtrokken merkte ik een rust in mezelf op die ik nog nooit eerder had gevoeld in mijn leven. De 'waarom'-vragen waren naar de achtergrond vervaagd. Het was goed zo. Door de verbetering van mijn stemming en de vermindering van mijn angsten was ik in staat om langzaamaan de draad van mijn leven weer op te pakken.

"Zelfmoord egoïstisch? Volgens mij kon ik anderen geen groter plezier doen."




Mijn tweede depressieve periode kwam een jaar of zes na de eerste. Deze was korter van duur maar veel intenser. Na een aantal levensgebeurtenissen sloeg de somberheid snel toe en duurde het niet lang voordat ik weer aan de dood aan het denken was. Er leek opnieuw iets niet helemaal goed te gaan in mijn hoofd, waardoor mijn stemming niet terugkeerde naar een normaal niveau maar juist verder verslechterde. De zelfmoordgedachten waren veel serieuzer dan de eerste keer. Ik had die keer het voordeel dat ik nog nooit suïcidaal was geweest en niets wist over methodes. Omdat ik daar mijn onderzoek al uitgebreid naar gedaan had hoefde ik dat in de tweede periode niet meer te doen. Ik wist dus meteen hoe ik dood zou willen gaan. Over de locatie hoefde ik niet lang na te denken want ik woonde nu in mijn eigen appartement. Ook dit keer kwam bovenop de somberheid het verlies aan interesse in mijn favoriete activiteiten. Ik kon geen ontspanning en plezier meer vinden in mijn hobby's en raakte dus een belangrijke manier van coping kwijt. Ik kreeg het gevoel alsof ik de hele dag door een laag water tot aan mijn middel liep. Elke stap en beweging ging moeizamer en normale dagelijkse bezigheden zoals tandenpoetsen en afwassen leken verschrikkelijk zware taken. Mijn hoofd vulde zich met mist en ik kon er niet doorheen zien. Ik wist dat de zon daar ergens achter scheen maar ik kon hem niet voelen. Ook voelde ik me constant vreselijk schuldig over van alles. Allerlei dingen die ik ooit in mijn leven verkeerd had gedaan bleven door door mijn hoofd malen en bewezen in mijn ogen wat voor een slecht mens ik was. En ik vocht ertegen maar het haalde niets uit, en dat zag ik dan weer als bewijs dat ik nooit goed genoeg was. Die negatieve instelling was ook mijn schuld want ik deed natuurlijk niet goed genoeg mijn best om weer vrolijk te worden. Ik zou iedereen een plezier doen door er niet meer te zijn dacht ik, want ik was alleen maar tot last. Zelfs mijn familie zou er baat bij hebben, ook al zouden ze dat in eerste instantie zelf niet inzien. Ik schreef een afscheidsbrief aan ze en maakte een soort testament. Daarin stond onder andere dat ze best boos mochten zijn over 'wat ik gedaan had' en dat zij er absoluut geen schuld aan hadden. Alles was erop gericht om anderen zo min mogelijk verder tot last te zijn. Het voelde ontzettend donker en eenzaam. Ik ervoer een desintegratie van mijn identiteit en van mijn connectie met de wereld waardoor ik wederom alles in twijfel ging trekken. Wat is het nut van dit alles? Waarom leef ik? Door de dichte mist in mijn hoofd kon ik werkelijk niet meer helder denken. Ik voelde me verschrikkelijk neerslachtig. Wie had ooit verzonnen dat zelfmoord egoïstisch was? Ik was ervan overtuigd dat er niets was waarmee ik anderen een groter plezier zou kunnen doen.
Op dit moment zie ik hoe onrealistisch mijn gedachten in die periode waren. Op dat moment zag ik ze als waarheid en was ik eigenlijk een gevaar voor mezelf. Een depressie is veel meer dan je alleen somber voelen. Het beïnvloedt je in zijn geheel - je ziet dingen anders, je denkt niet helder en je beweegt zelfs anders. Je komt in een neerwaartse spiraal waarin elke gebeurtenis of gedachte negatief geïnterpreteerd wordt en een bevestiging lijkt van je schuldgevoelens en lage zelfbeeld. 

Ik heb (uiteraard) mijn zelfmoordplannen nooit uitgevoerd omdat de somberheid voorbij ging voordat ik zover kwam. Deze keer was het niet de medicatie die me eruit trok. Wat het wel was weet ik niet. Ik werd op een ochtend wakker en voelde gewoon dat de mist in mijn hoofd aan het wegtrekken was. En ik wist op een of andere manier dat er een einde was gekomen aan deze sombere periode en dat het de komende tijd beter zou gaan. Het plezier in mijn interesses kwam terug, ik zag de connecties tussen de dingen weer en ik kon de zon weer voelen. Het was alsof er iets in mijn brein was rechtgezet zonder duidelijke aanleiding. Of misschien had ik de redenen van het ontstaan van mijn somberheid wel onbewust verwerkt. Ik kan naar aanleiding van deze specifieke ervaring dus helaas geen tips geven over het doorbreken van zo'n negatieve spiraal. 

"Om hulp vragen is een teken van je kracht."

Wat ik heb geleerd van deze depressies is hoe belangrijk het is om tijdig om hulp te vragen. Als je gedachten onrealistisch worden kan de feedback van een ander soms helpen om je te realiseren hoe ver je bent afgedwaald. Een ander kan ook helpen met het bepalen van wanneer je een gevaar voor jezelf wordt. Een hulpverlener kan helpen door het aanbieden van therapie, het voorschrijven van medicatie of met dagelijkse praktische zaken. Je hoeft niet alles alleen te doen en het vragen om hulp is een teken van je kracht en zelfinzicht.

Ik hoop dat ik met het schrijven van dit stukje een idee heb kunnen geven van wat er zich allemaal in het hoofd van iemand met suïcidale en depressieve gedachten kan afspelen. Dat het niet zo simpel is als 'gewoon dood willen' en dat een depressie zoveel meer inhoudt dan 'gewoon somber zijn'. Het denken aan suïcide is niet iets dat fout is en afgekeurd moet worden. Als je lijdt, en je vindt geen verlichting meer in je gebruikelijke manieren van coping, dan zijn zelfmoordgedachten een hele logische uitlaatklep. En ik denk ook, hoewel niemand dit waarschijnlijk wil horen, dat voor sommige mensen de dood geen slechte uitweg is omdat zij chronisch en ondraaglijk lijden en weinig kans op verbetering hebben. Het is wel zo dat zelfmoord elke mogelijke kans op een beter leven (logischerwijs) wegneemt. En de kans dat het later beter gaat worden is voor de meeste mensen toch best wel groot. Daarom; praat er met iemand over en blijf niet in je eentje vechten. There is always hope.

vrijdag 18 maart 2016

Oops, wrong planet

Het blijkt dat sommige dingen in het leven simpelweg vanzelfsprekend zijn; gewoon logisch. Er is nooit iemand die het je heeft hoeven vertellen en je hebt het nooit eerder meegemaakt, maar ja, toch weet je het, want het is uitermate logisch. Oh ja? Volgens mij heb ik geen problemen met logisch nadenken maar toch is mij regelmatig verweten dat ik dingen niet heb begrepen die ik 'had kunnen weten'. Het is ook meerdere keren gebeurd dat mensen dachten dat ik aan het liegen was omdat ze gewoon niet geloofden dat ik iets écht niet had begrepen. Het verwijt dat ik dom ben heb ik ook genoeg gehoord, want iemand die iets dat zó vanzelfsprekend is niet snapt zal in het algemeen wel geen groot licht zijn. Super frustrerend dus!

Als persoon met autisme heb ik een andere manier van denken dan de meeste mensen. Niet alleen dat; ik heb ook een andere manier van zintuiglijke prikkels opnemen en een andere manier van informatie verwerken. Zo kan het dus zijn dat wat 'logisch' is voor 99% van de mensheid niet logisch is voor mij. Of andersom; ik kan verontwaardigd zijn als ik erachter kom dat de meerderheid van de mensen zich niet gedraagt op een manier die ik vanzelfsprekend acht. Verbanden leg ik ook op een andere manier dan de doorsnee mens. Simpele verbanden kan ik totaal over het hoofd zien terwijl ik de meest ingewikkelde connecties meteen door kan hebben. Zoals ik al eens in een eerder blogstukje heb geschreven: ik voel me soms net als Apple software in een Windows computer. Mijn hersenen zijn niet minderwaardig, maar wel anders dan die van een neurotypisch iemand. Niet vreemd dat Asperger ook weleens het Oops, Wrong Planet Syndrome wordt genoemd.

Gelukkig ben ik goed in verbale communicatie en kom ik er meestal wel uit als er een misverstand is ontstaan tussen mij en een ander. Door de jaren heen heb ik me genoodzaakt gevoeld me aan te passen aan de meerderheid, en om zo duidelijk mogelijk te leren communiceren. Het gevoel niet begrepen te worden en anderen niet te begrijpen was zo ondraaglijk dat ik hier hard voor heb gewerkt. Het resultaat is dat ik tegenwoordig het idee heb sterker te zijn in verbale (en schriftelijke) communicatie dan de gemiddelde mens. Vaardigheden die niet van nature aanwezig waren, maar ontwikkeld zijn vanuit het gevoel van noodzaak. Je kan dus eigenlijk stellen dat ik juist door mijn Asperger goed ben in verbale communicatie. De non-verbale communicatie is weer een ander verhaal.

Overigens voel ik me de laatste jaren steeds minder anders dan de doorsnee mens. De doorsnee mens bestaat natuurlijk ook niet. Veel mensen kunnen prima opgaan in de massa terwijl ze zich daar eigenlijk niet in thuis voelen. Door mijn verbeterde communicatievaardigheden is het mij ook gelukt onopvallend in de menigte op te gaan, en ik realiseer me nu dat ik waarschijnlijk net zo doorsnee ben gaan overkomen als de rest. Ik vraag me wel af hoeveel andere Aliens in Disguise hier stiekem in de massa rondlopen...

zondag 13 maart 2016

De tijd vliegt / Coming Aut

De tijd vliegt


Sinds mijn laatste stukje is er alweer bijna een jaar verstreken. Het is niet dat ik geen inspiratie of zin heb gehad om te schrijven, maar toch was er altijd wel een reden om het niet te doen. Mijn vorige stukje over autisme en stigma kreeg onverwacht veel aandacht en werd vrolijk rond getwitterd, gefacebookt en gedeeld. Hartstikke leuk! Bedankt aan iedereen die mijn stukje heeft gelezen en heeft geholpen het bekender te maken. Stichting Samen Sterk Zonder Stigma heeft het op haar site gepubliceerd en ook daar kreeg ik weer veel reacties en likes op. Wow! En toen werd ik overvallen door een gevoel van faalangst. Ik had blijkbaar iets goeds geschreven en vanaf nu zou de standaard heel hoog liggen. Ik kon mensen nu niet ineens teleur gaan stellen met een lage kwaliteit van schrijven. Ik ging terug lezen in mijn blog en vond veel dingen die ik las stom en slecht. Die dingen zou ik dan maar moeten editen of verwijderen, maar dan zou het ook weer niet goed genoeg zijn. Uiteindelijk ben ik gewoon maar uitgelogd bij Blogspot en heb ik niet meer naar mijn blog gekeken of de reacties gecheckt die erop binnen kwamen. En zo vervloog er bijna een jaar.

Vandaag heb ik voor het eerst weer ingelogd op mijn lindervlinder account. Ik mis het schrijven en heb me voorgenomen me niet meer te laten weerhouden door angst en perfectionisme. Ik schrijf het best als ik in een soort creatieve flow kom en niet te veel nadenk. Meestal edit ik daarna wat ik geschreven heb en dat proces duurt vaak langer dan het schrijven zelf. Taal begint dan meer als wiskunde te voelen. En laat ik nou een hekel hebben aan wiskunde. Vanaf nu ga ik dus wat minder in die strenge editor rol proberen te zitten en meer in de creatieve rol. Spellingsfouten, who cares! (Daar geef ik wel veel om maar laten we het niet te klinisch maken).

Coming Aut


In mijn laatste blogstukje was ik bezig met overwegen of ik een soort "Coming Aut" zou doen op Facebook. Ik was er klaar mee om geheimzinnig te doen over mezelf en wilde me niet langer schamen voor een diagnose. Daarnaast hoopte ik anderen te inspireren ook zichzelf te zijn. 
Ik ben op Wereld Autisme Dag uit de autismekast gekropen met een paar grappige plaatjes op mijn Facebook tijdlijn. "Keep calm, I have Asperger", "Assburgers? What's that?" en dat soort dingen (mijn persoonlijke favoriet is nog altijd "I do not look 'Autistic' and you do not look ignorant. Yet here we are"). Ik heb zelf dus geen 'coole statements' gemaakt maar liet de plaatjes het werk voor me doen. Mijn post heeft alleen maar positieve en aanmoedigende reacties gekregen. Mensen vonden het vooral heel gaaf dat ik het gedaan had. Ik was ondertussen ook niet bang meer, het kon me niet meer schelen. Als iemand niet meer bevriend met me wilde zijn om een diagnose dan zouden ze mijn vriendschap ook niet waard zijn. Na deze Coming Aut ben ik ook in mijn dagelijks leven veel opener geworden over mezelf, mijn verleden en mijn autismediagnose. Ik ben veel accepterender geworden naar mezelf en voel me sterker. Mijn angst voor afwijzing door openheid bleek niet terecht. Nooit eerder heb ik in een jaar tijd zoveel leuke mensen leren kennen en nieuwe vriendschappen opgedaan als in het afgelopen jaar. Als je tevreden bent met jezelf trekt dat andere mensen ook aan.

Wat eigenlijk nog het leukste aan de Wereld Autisme Dag van vorig jaar was, waren de andere Coming Auts die ik die dag in mijn tijdlijn voorbij heb zien komen. Allemaal sterke mensen die in het dagelijks leven hard werken en niet altijd open durven of willen zijn over hun psychische problemen. Zij zijn die dag naar buiten getreden en voor zichzelf gaan staan. Zij (wij) hebben die dag aan een grote groep mensen laten zien dat mensen met autisme ook normaal zijn en dat er niks mis is met het hebben van een diagnose.